Doorgaan naar artikel

Vanaf 1 juli dit jaar mogen supermarkten geen sigaretten en tabak meer verkopen. Nadat een paar jaar geleden Lidl al het moedige besluit had genomen om te stoppen met de verkoop van deze producten, gaf  Jumbo aan dat ze – vooruitlopend op de introductie van deze wetgeving – al vanaf 1 januari met deze verkoop wilde stoppen. Ook Albert Heijn ging al op 1 januari overstag. Hiermee komt een einde aan het veelgehoorde argument van supermarkteigenaren rondom de verkoop van tabak: dat ze gewoon rekening willen houden met wat hun klanten willen kopen en dat ze pas stoppen met de verkoop van ongezonde producten als er een wettelijk verbod komt. Omdat er dan pas sprake is van een gelijk speelveld. Het feit dat stoppen met sigaretten verkopen voor supermarkten een fors omzetverlies betekent, zal daar zeker aan bijdragen.

Het aangekondigde verbod weerhoudt een groeiend aantal supermarkten er echter niet van om naast hun supermarkt separaat een tabakswinkel te openen. Dat het hier om franchisers gaat en niet om filialen, doet aan deze ontwikkeling niets af. Ook breiden bestaande ketens van tabakswinkels zich snel uit.

Het openen van nieuwe tabakswinkels is, als je uitgaat van de letter van de wet, niet strafbaar. Laakbaar is het wel. Het sluit niet aan bij de geest van de wet, waarbij gepoogd wordt de verkoop aan banden te leggen en te voorkomen dat kinderen verslaafd raken. Daarom extra waardering voor de gemeente Utrecht die afkondigde dat er binnen de stad geen tabakswinkels bij mogen komen.

Een ander voorbeeld van gedrag dat weliswaar niet strafbaar is, maar wel morele vragen oproept, betreft het uitstoten van giftige stoffen door Tata Steel. Volgens de huidige wetgeving is Tata Steel niet strafbaar, maar het roept wel vragen op over de ethische normen en waarden die we hanteren in onze maatschappij.

Het sluit aan bij een opvallende ontwikkeling: veel gedrag van individuen en bedrijven valt niet onder de noemer ‘strafbaar’, maar verdient desondanks een kritische blik vanwege de morele implicaties. Het feit dat het niet illegaal is, betekent niet dat er vanuit ethisch oogpunt geen vragen bij gesteld kunnen worden. Het feit dat bedrijven zoeken naar mazen in de wet of de wetgeving willen oprekken betekent dat actievoerders, NGO’s en andere betrokkenen steeds meer gaan kijken of er sprake is van strafbare feiten. Al was het maar in de geest van de wet. Het aantal rechtszaken tegen grote bedrijven neemt daarom ook snel toe.

Het is duidelijk dat er behoefte is aan een heroverweging van onze normen en waarden, zowel op individueel als op zakelijk niveau. Bedrijven moeten zich bewust zijn van de bredere impact van hun activiteiten en streven naar balans tussen winstgevendheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit vereist een mentaliteitsverandering en een verschuiving van kortetermijnwinst naar duurzaamheid en sociale betrokkenheid.

Daarbij is ook een rol weggelegd voor de overheid om regelgeving op te stellen die dit soort gedrag aanpakt en de belangen van de samenleving beschermt.

Mayke van Keep schreef deze column voor Logeion

Behoefte aan advies van onze experts over jouw issue?    
Terug naar boven